Artikelen door Ingrid Roelvink

Gespot

Plan B lag al klaar. We hebben er weinig fiducie in. Een campingplek reserveren bij een overheidsinstelling. Als commerciële partijen al geen moeite doen om de kampeersites te verhuren, dan spannen ambtenaren zich daar zeker niet voor in, vermoeden we. Verwachtingsloos melden we ons aan bij de volledig getraliede balie van het Department of Wildlife and National Parks (DWNP), het onderdeel dat vergunningen uitgeeft en kampeerplekken verhuurt voor de Centrale Kalahari woestijn. De baliemedewerkster luistert aandachtig naar onze plannen. Onno heeft kampeerplekken in het westen en het oosten op het oog, de afstanden in een dag te berijden. De vrouw gaat rond bellen. Na vijf minuten komt ze terug. De eerste camping is niet beschikbaar. Als we de route omdraaien dan zijn er in het oosten en westen wel sites beschikbaar. Wat een service en oplossingsgerichtheid. Gewapend met een kaart van de woestijn en een boekje met het overzicht van de dieren gaan we op pad.

Al het goede komt van boven

Waarom doen mensen op vakantie dingen die ze thuis nooit zouden doen? Zoals op een gammele veerboot stappen, bungy jumpen of schaars gekleed achter op een scooter springen, bij een bestuurder die je slechts een uur kent. We kunnen er nu over meepraten. In de vakantieflow komt van het één het ander. Het aspect ‘veiligheid’ valt ongemerkt van de checklist af. De collega’s van Onno kunnen deze blog beter niet lezen. De geloofwaardigheid van Onno, voormalig Corporate Health, Safety en Environmental Manager, komt wellicht wat onder druk te staan.

Water(s)nood

We zoeken naar een waterdoorlating in het Moremi Nationaal Park die niet te diep en modderig is. Hoe donkerder het zand, hoe kleveriger de modder in natte toestand. De track meandert in lijn met de rivier. En gaat uiteindelijk aan de overkant verder. Onder toeziend oog van nijlpaarden rijden we op goed geluk het water in. De G duikt even diep en rijdt door, de oever op. We kunnen verder. Een kudde olifanten staat half op de weg en half in de rivier. De matriarch vindt dat haar kudde rustig moet kunnen drinken. Ze reageert agressief naar onze auto, die op honderd meter afstand komt aanrijden. Dreigend loopt ze de track op. We kiezen eieren voor ons geld en rijden om. Op de omweg lopen nog grotere olifanten, die storen zich niet aan de auto. We kunnen er probleemloos langs rijden.

Chobe National Park

Onze vrees lijkt waarheid te worden, we krijgen geen vergunning voor het zuidelijk deel van Chobe. We kunnen geen bewijs van gereserveerde camping overleggen. Er is vandaag niemand aanwezig van het campingboekingskantoor. Morgen wel, om 8.00 uur. Stip op tijd staan we voor de balie. Met de gezochte dame daarachter. Ze heeft meer aandacht voor haar gemanicuurde nagels dan voor haar klanten. Het ziet er niet naar uit dat ze ook maar één minuut spierarbeid wil verrichten om ons verder te helpen. “We zijn volgeboekt”, is alles wat ze kan zeggen. Aangespoord door de parkbeheerders voelt ze gedwongen na te gaan wat de beschikbaarheid is en loopt na achteren. Warempel binnen 45 seconden is ze terug met de mededeling dat 10 oktober een eerste vrije site is. Zeven dagen gaan we niet wachten, dat weet zij ook. De parkvergunning kunnen we op onze buik schrijven, nu er een duidelijk ‘nee’ voor de camping ligt.

National Geografic Live

Op de campings in de Nationale Parken van Botswana slaap je midden tussen de wilde dieren. De sites zijn niet omheind. We zijn te gast bij het wildlife. De gastheer, bijvoorbeeld een olifant, bepaalt de regels. Zoals geen grote lamp op hem richten in het donker. Dan staat hij niet voor zichzelf in.

De Caprivi strook

De Caprivi strook is een intrigerend deel van Namibië. Een landstrook ingeklemd tussen Angola en Botswana, op het smalle deel slechts 30 kilometer breed, en na 450 km eindigend bij Zimbabwe en Zambia. Met de potlood ingetekend op de landkaart door Duitse en Engelse kolonisten die aan het einde van de 19de eeuw samen Afrika verdeelden. De strook was belangrijk voor Duitsland voor het drijven van handel met Zimbabwe en Zambia. Het gebied is nog steeds welvarend, met dank aan de vooruitziende blik van generaal Caprivi. Dat merk je ook aan de supermarkt in Katima Mulilo, deze biedt een ruim assortiment van luxe- en merkproducten dat zich kan meten met onze Albert Heijn. De geschiedenis bepaalt dat we het afscheid nemen van Namibië nog iets langer kunnen uitstellen.

Waar het toerisme stopt

Het zat niet in ons plan, en lag al helemaal niet op de route, het Khaudum Nationaal Park. Van een Namibiër horen we zo’n enthousiast verhaal over een van de meest remote gebieden in Afrika, dat we spontaan besloten het te bezoeken. We crossen maar liefst 955 km dwars door Namibië om het park te bereiken. Zo afwisselend als de landschappen in het westen zijn, zo wars van veranderingen is het binnenland. Om de paar honderd kilometer lijkt er maar telkens één variabele in het uitzicht te wijzigen. Bijvoorbeeld verandert de rijbaan van schitterend witte zandweg naar mais geel gravelwegdek. Door het ontbreken van bezienswaardigheden, zijn in geen velden of wegen toeristen te zien. Ook in het laatste plaatsje voor het Nationaal Park zijn we de enige op de camping. We hadden gehoopt andere reizigers te ontmoeten om samen door het natuurgebied, met olifanten, leeuwen en luipaarden, te rijden. We worden volledig op onszelf teruggeworpen.

Kaokaland

Kamperen met olifanten die rond de tent scharrelen. De Community Campsite in het plaatsje Puros staat bekend om het feit dat de mooie beboste plek aan de rivier met de grote zoogdieren wordt gedeeld. Het wordt onze slaapplaats vanavond.

Het Afrikaanse leven

Het Afrikaanse leven went snel. De thermometer tikt 40 graden aan. We zetten ons nieuwe dagritme ook in het weekend door. Langzaam opstaan en ontbijten. Als het warmer wordt verkassen we naar de bank in de lounge bij de bar. Werken aan de website, lunchen bij de tent, daarna weer terug naar de lounge en eindigen met koude bier. Het leven is goed.

Gestrand

Vanuit Etosha ziet de navigatie slechts één route om in Sesfontein te komen, via Opuwo, een forse omweg. Eerst 190 km naar noorden en dan weer 150 km naar zuiden. Onno heeft een spoor gevonden die langs een rivier in vrijwel een rechte lijn naar onze volgende bestemming leidt. Het zo droog geweest dat de rivier zelf ook goed te berijden is, bevestigt de politieagent die het verkeer van noord naar zuid controleert op aanwezigheid van vers vlees. Het is een schitterende track door zachte zand met aan weerzijden een lang gestrekte oase met groene bomen. Zo leuk kan off-road rijden zijn, herinneren we ons. Met een lage bandenspanning volgen we de diepe sporen. We maken amper snelheid. Tijd genoeg om te genieten van het wild-life dat graast op de oevers en wegschiet de bosjes in zodra wij naderen. Giraffen in overvloed, meer dan in Etosha. Fascinerende dieren met hun prehistorische lichaamsbouw en toch een elegante manier van lopen die op een catwalk niet zou misstaan.