Het 5e land
Kafue National Park
Zambia
30 oktober – 3 november 2019
De verhalen over de grensovergang naar Zambia klinken als een te nemen veste. Lange wachtrijen, onduidelijke procedures en lukrake prijzen. We zijn op alles voorbereid. Desnoods huren we een fixer in, die ons door de ambtelijke molen duwt.
Maar niets van dit alles is waar. We treffen vrije loketten en hulpvaardige medewerkers. Voor US $50 wordt rap een stempel in ons paspoort gezet. De Carnet de Passage voor de auto wordt door de douanebeambte gestempeld, zodra we 400 Kwatcha voor de CO2 belasting hebben betaald. Hij regelt persoonlijk en kordaat deze betaling voor ons, rechtstreeks met de kassamedewerker. De man houdt duidelijk het tempo er graag in. Binnen een half uur en na betaling van de tol kunnen we op weg. Weer een nieuw land op de teller.
Livingstone
Het plaatsje Livingstone ademt weinig adventure uit, de geest van zijn naamgever waart er niet meer rond. Wel een prima plek voor de laatste boodschappen, alsmede geld wisselen en een mobielabonnement kopen. Verrassend goed en breed gesorteerde supermarkten. De handel tussen Zuid Afrika en Zambia floreert zichtbaar. Beter dan met Zimbabwe, waar we dubbele prijzen betaalden voor dezelfde producten.
Roadblocks
De roadblocks van Zambia zijn berucht. In de vorige landen controleerde de politie enkel het rijbewijs. De Zamibaanse politie vat haar taak niet lichtzinnig op. Er is altijd wel iets wat mist of verboden is; aan de auto of weggedrag van de bestuurder. We zetten ons dan ook schrap als we de eerste roadblock tegemoet rijden. De agent staat al klaar aan de rechterkant van de auto. Ik draai het raam open om hem te woord te staan. Het rijbewijs wil hij zien. ‘Niet goed’, zegt hij met het internationale boekje in zijn handen, ’Het is pappa’s rijbewijs’. ‘Maar pappa rijdt’, verdedig ik. Dan ziet de man het ook, het stuur zit links. Hij loopt om de auto en constateert een overtreding. Er zit geen sticker ‘links gestuurd’ op de auto. Dat wordt een boete. Aaai, we hebben te maken met een gevalletje de-maand-is-wat-langer-dan-mijn-salaris. ‘Waar staat in de wet dat de sticker verplicht is?’, wil Onno weten. We worden naar de kant van de weg gedirigeerd. De agent gaat het bewijs erbij pakken en loopt weg. Na overleg met zijn superieur is hij terug, overhandigt het rijbewijs en beveelt nors: ’Doorrijden’. Blijkbaar waren we te lastig of adrem.
B&B
We zijn onderweg naar een boerderij met Bed and Breakfast en een camping, ruim 100 km verder. Rond 17.00 uur arriveren we, voor de gesloten hekken. Niemand aanwezig. Doorrijden is geen optie, de volgende plek is te ver weg. Geen mobiel bereik. Wel een satelliet telefoon, die ons verbindt met de eigenaar. ‘Geen probleem, ga gewoon op het veld staan. Jullie zijn daar veilig’, verzekert hij ons. Zijn eigendom vertrouwt hij aan ons toe, zonder nadere vragen. De bewaker wijst ons de douche in de tuin. We gaan frisgewassen de daktent in.
Kafue Nationaal Park
De parkwachter schrijft, met schoolse en ijverige aandacht, de Kafue vergunning uit op prachtig gekleurd bedrukt papier. Het puntje van zijn tong steekt uit. Hij struikelt af en toe over schrijfwijze, corrigeert met doorstrepen en nieuwe letters met pijltjes wijzend naar de juiste plek. Het is aandoenlijk. De vergunning archiveren we zorgvuldig, voordat we aan de reis door het park beginnen. De zuidkant is verlaten, geen auto’s en ook geen dieren. Sinds januari is hier geen druppel regen meer gevallen, aldus de eigenaresse van een Lodge. Het ruime lounge is karakteristiek en smaakvol ingericht, alsof we ons op de set van Out-of-Afrika bevinden. Hier blijven we vannacht. We wentelen ons in het safari gevoel, ter compensatie van het ontbrekende wild.
De roedel wilde honden en de leeuwen met puppy’s, die hier zijn gespot, komen niet op ons pad. Hoeveel smalle tracks Onno ook de namiddag berijdt. Die avond wordt onze aanwezigheid gevierd met de eerste onweersbui sinds 10 maanden, die vocht aan de warmte toevoegt. Genoeg om sommige paden modderig te maken, merken we de volgende dag. Te weinig om het Wildlife meteen te doen terugkeren.
De G laat van zich horen
Zonder ontbijt gaan we na het opstaan meteen op weg. Immers, in het ochtendschemer is de kans op Wildlife het grootst. We zien enkel een schildpad en een paar grazers. De rit naar de volgende camping, is letterlijk en figuurlijk slaapverwekkend. Ik val voortdurend in slaap. En word gewekt door het schudden van de auto op het harde wasbord. Na enige tijd lijkt ook het dashboard van de G slapend. De brandstofmeter in de laagste stand, dat kan. Echter een snelheid van 0 km per uur, dat is onwaarschijnlijk, want we rijden. Nog vreemder, álle meters staan op nul. We checken welke zekering mogelijk doorgebrand is, maar kunnen de oorzaak niet vinden. Wat nu? We staan op een verlaten weg in het park en worden belaagd door de Tseetseevlieg. De auto uitzetten is vast geen goed idee. Maar doorrijden zonder de oorzaak te weten, ook niet. Met de satelliettelefoon vragen we om raad bij Flint, onze Mercedes G expert. Waarschijnlijk is het een zekering. Hij adviseert om door te rijden naar de bewoonde wereld. Dan kunnen we de auto uitzetten en de zekeringen fysiek checken. Inderdaad een zekering die ook de remlichten regelt, is doorgebrand. De extreme wasborden hebben waarschijnlijk een draadje doorgesleten. Later maar eens op onderzoek uit.
Insecten
Nu we dieper in Afrika afzakken, nemen de soorten insecten toe. Stekende insecten, wel te verstaan. Kleding is geen probleem voor ze, daar prikken ze dwars doorheen. De Tseetseevlieg draagt in dit gebied gelukkig niet het slaapziekte virus. De natuurparken zijn ontstaan dankzij deze vervelende vliegen. Mensen willen niet in nabijheid van deze insecten wonen. Van een nood is een deugt gemaakt. Wat moet een land anders met deze grote oppervlakten? ’s Avonds ontdekt Onno een vieze plek op zijn broek ter hoogte van de knie. Daaronder zit op zijn knie een rare plek. Op twee plekjes mist hij vel en kleine blaartjes bakenen het gebied van 2 bij 2 cm af. ‘Een Blister Beetle, herkent de Lodge eigenaar de beet, ‘Veroorzaakt door een grote zwarte kever’. De blaren zijn de volgende ochtend veel groter geworden. We plakken een XL pleister erop zodat de huid onder de blaar kan genezen. We gissen nog steeds hoe en waar Onno is gebeten en of het ooit nog goed gaat komen ☺.
Leeg
‘Waarom bezoeken we dit park?’, die vraag dringt zich op. De natuurlijke meren en poeltjes zijn leeg. Geen waterbronnen met pompen waar dieren verzamelen om te drinken. Bij tijd en wijle is de flora mooi, maar meestal dor of verbrand. Een eigenaar van een Lodge waar we overnachten ziet met lede ogen toe dat het parkmanagement op het verkeerde moment de verkeerde grasvelden in vuur zet. In plaats van opnieuw frisgroen uitgroeien, worden de planten vernietigd. Door gebrek aan voedzame planten, vluchten de dieren het park uit. De diversiteit is enorm geslonken. Het gaat zeker 15 jaar duren voordat de natuur herstelt. De concessiehouders van de Lodges maken zich grote zorgen over hun toekomst.
Na de zware dag van gisteren, bouwen we een rustdag in bij de Lodge. We genieten van de mooie ochtend, met een boottocht over de rivier. En een relaxte dag bij het zwembad en op camping. Allebei met prachtig uitzicht op de fotogenieke rivier. Een rustige afsluiting van een verblijf in een nog rustiger en verlaten park. Wij hopen dat dit laatste onder de vlag en management van Africa Parks verbetert. De President van Zambia schijnt het akkoord al getekend te hebben. Prins Harry, de beschermheer, staat klaar om te tekenen, maar Afrika zou Afrika niet zijn als de informele macht roet in het eten gooit. Zou het hier ooit goed komen? Wij hopen dit van ganser harte, het park en de dieren verdienen het.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!
Mooie foto’s , ben jaloers
We gaan nog verder het electrisch schema doorzoeken op weg naar het zekeringen probleem
Hi Egbert,
De oorzaak hebben we helaas niet kunnen vinden. Daarom hebben we nieuwe kabels getrokken voor de rem en standverlichting. Nu maar hopen dat er geen nieuwe storingen bijkomen. Hartelijk dank nog voor het meedenken op afstand!
Groeten,
Onno
Af en toe moet je even bijtanken als de gelegenheid zich voordoet , insecten zijn altijd vervelend.
Hoi Onno en Ingrid
Hier een artikel in het Haarlems dagblad over toeristen in zuid oost Tanzania
(Sawadee reizen)
Ze waren aangevallen door 10 duizenden agressieve bijen (killerbees)
Gevaarlijk broertje van onze honingbij
Gelukkig komen jullie veel mensen tegen waar jullie wat aan hebben
Ondanks de lastigheden hopen wij dat jullie genieten.
Gelukkig was het bij ons maar een Blister Beetle, en natuurlijk muggen en tseetsee vliegen. Die laatse kunnen vervelend prikken. Maar gelukkig schijnt hier de slaapziekte niet te heersen. We zitten nu bij een paar Nederlanders in de tuin, hebben ook een zwembad en hebben wel vaker overlanders over de vloer. Fijn om even uit te rusten van al die indrukken.
groetjes