Water(s)nood
Botswana
Moremi Nationaal Park
05 – 07 oktober 2019
We zoeken naar een waterdoorlating in het Moremi National Park die niet te diep en modderig is. Hoe donkerder het zand, hoe kleveriger de modder in natte toestand. De track meandert in lijn met de rivier. En gaat uiteindelijk aan de overkant verder. Onder toeziend oog van nijlpaarden rijden we op goed geluk het water in. De G duikt even diep en rijdt door, de oever op. We kunnen verder. Een kudde olifanten staat half op de weg en half in de rivier. De matriarch vindt dat haar kudde rustig moet kunnen drinken. Ze reageert agressief naar onze auto, die op honderd meter afstand komt aanrijden. Dreigend loopt ze de track op. We kiezen eieren voor ons geld en rijden om. Op de omweg lopen nog grotere olifanten, die storen zich niet aan de auto. We kunnen er probleemloos langs rijden.
Het zit mee
De track is zwaar. Regelmatig worden we door de stofwolk, die ontstaat achter de banden, ingehaald. De auto heeft een lagere snelheid dan de wind. Het is al middag als we de camping bereiken. Zonder reservering. Onze komst was die ochtend telefonisch aangekondigd door de parkwachter. De beheerster, een jonge pittige dame, had meteen bij het hoofdkantoor geïnformeerd naar beschikbaarheid. Alles volgeboekt. ‘Dat zeggen ze altijd’, zegt ze laconiek. ‘Ik geef jullie gewoon een plek.’ Een promotie van deze dame naar het hoofdkantoor zou de omzet een boost geven voor de private organisatie.
We zijn vermoeid van de rit en de hoge temperaturen. Mooie namiddag voor een boottocht. Het zit mee, één boot is nog beschikbaar. We huren een speedboot met kapitein voor de zonsondergang.
Bootje varen
Wat een verademing op een boot te zitten. Na weken schudden in de auto, is glijden door het water een welkome afwisseling. ‘Ik heet Cobra, zoals de slang’, stelt de kapitein zich voor. Anders dan zijn naam doet vermoeden, is het een sympathieke man die veel afweet van de flora en fauna van de Delta. Door nauwe kanaaltjes met aan weerszijde hoog riet, varen we weg. ‘We delen deze route met de nijlpaarden’, zegt hij respectvol, ‘Zo kunnen zij naar de wal en wij naar de rivier.’ Het briesje is verkoelend. We vinden de watertocht nu al geslaagd. Onderweg wijst hij de vogels aan. Cobra ziet een nijlpaard tussen het riet bij de oever en geeft extra gas. Het beest geeft geen sjoechem. ‘Hij is dood’, concludeert hij. ‘Waarschijnlijk in een gevecht door de slagtanden van soortgenoot gesneuveld. Nijlpaarden kunnen behoorlijk narrig zijn. Ze vallen ook boten aan. En slaan eenvoudig een lek in de romp met hun scherpe tanden.’ Voor de zonsondergang zoekt de stuurman een fotogeniek plekje, tussen het riet voor extra effect. Na de laatste foto zet hij de boot in snelle vaart terug naar de wal. Schuin hellend de scherpe bochten door. Onno, met een grote glimlach van oor tot oor, ervaart het gevoel van motorrijden. Om ons een extra plezier te doen, houdt Cobra maximale snelheid. Hij geniet zelf ook zichtbaar.
Roofdieren spotten is een vak apart
Het is ons nog niet gelukt zelfstandig een katachtig roofdier te spotten. Als anderen stilstaan bij zo’n imposant dier, dan zien wij het ook, al dan niet met extra aanwijzingen. We speuren de schaduw onder alle bomen af. Hoe alert we ook zijn, we vinden niets. ‘Wat doen we niet goed?’, vragen we ons af. Bij de gate spreekt een jonge hippe ranger, met een strak blauw T-shirt om zijn gespierde lichaam, ons aan. We kwamen hem eerder tegen met twee Aziatische vrouwen in zijn open Landcruiser. ‘Hebben jullie nog leeuwen gezien?’, vraagt hij vertwijfeld. Na onze ontkenning, lucht hij zijn hart;’ Ik zoek me lens, maar kan helemaal niets vinden’. Hij is vast niet de enige, maken we op uit de chagrijnig kijkende toeristen in de rangerauto’s.
Waterval
Het karrespoor dat we vervolgen in het park heeft diep zand. De kuilen en bulten asymmetrisch in het linker- en rechterspoor. We worden heen en weer geslingerd en op- en neergegooid, als zittend op een mechanische rodeostier. Het water in de tank klotst tegen de wanden. Een forse, recent afgebroken tak verspert de weg. De meters hoge dader staat op drie meter afstand van het pad met zijn slurf de volgende boom te slopen. De bijrijder heeft de taak de weg vrij te maken. De deur is nog maar net open als we een klaterende waterval horen. De vloer van de auto staat helemaal blank. Ik was vergeten de dop op de watertank te draaien. Met het lostrekken van een waterstop in de vloer van de terreinauto, wordt het water gehoosd. Op een haar na heeft het water de laptops en elektrische bedrading net niet bereikt. Alleen een kletsnatte Demake-up en een keukenrol belanden bij het afval. De rest droogt later wel.
Paradise Pools
Nauwgezet rijden we alle meertjes af, die op de kaart zijn aangeven. Slechts lege kuilen zijn nog te zien. Geen reden voor dieren om zich hier te vertonen. Het is te droog. We rijden lang en zien weinig. We sluiten de dag af bij de Paradise Pools. We verwachten niet veel van. We vergissen ons. De naam zegt niets teveel. Het is een paradijsje. Veel water en daartussen land met groene bomen. Oké, niet alle wilde dieren uit Moremi hebben zich hier verzameld. We zien wel in een uur meer Wildlife dan de hele dag rijden. We genieten van het leven dat voor de voorruit afspeelt. Een olifant die veel moeite doet de sappige blaadjes van een hoge tak te eten. Hij staat bijna op zijn tenen om met de slurf hoger te reiken. Tevreden eet hij het groenvoer op.
Ze zijn er wel
Het gonst in de namiddag over de camping, er is een leeuw in de buurt. Als we genieten van een koud biertje, horen we het. Een zwaar en diep ‘roawha’ geluid. We kijken elkaar onmiddellijk aan; dat is onmiskenbaar een leeuw. Gelukkig staan we tussen andere campinggasten in. Zij zullen het beest eerder ontmoeten dan wij. Hopen we. Voor de zekerheid hang ik de speciaal gekochte wildfluit om. Dat veroorzaakt zoveel decibels, waardoor het niet verstandig is deze binnenshuis te gebruiken. Dat staat in de bijsluiter. De leeuw loopt niet langs. Evenals de hyena’s, die wel ’s nachts het kenmerkende huil-lachend geluid maken. Onze buurman veegt elke avond het zand voor zijn tent glad. Daarin staan de volgende ochtend de pootafdrukken van een luipaard. Met de auto zoeken we al rondrijdend de roofdieren. De voetstappen van een leeuw staan in het zand gedrukt. Het is alles wat we zien die dag. We zitten er wat dubbel in. Overdag in de auto zijn we teleurgesteld wanneer de katachtige viervoeters zich niet tonen. ’s Avonds op de camping zijn we blij wanneer de grote vleeseters niet dichtbij komen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!
Hallo Onno en Ingrid,
Ik keek even over de schouder van Jeroen mee. Hij onderbrak zelfs even het harde werken om jullie blogs te lezen ;-). En ik snap nu helemaal waarom. Wat een prachtige reis maken jullie. En wat een heerlijke verhalen en prachtige foto’s. Jullie brengen Afrika een beetje dicht(er)bij. Mooi.
Geniet nog! Liefs, Ingeborg
Hi Ingeborg, leuk om iets van je te horen. Het is leuk om ook anderen te laten delen in wat we doen, en wij zijn ook blij met jullie reacties. We reizen nu ook een beetje zoals jij, wij hebben en grof plan en de wind bepaalt waar we uitkomen :).
Groetjes, Onno en Ingrid
Dat is wel een prizewinning picture, van Ingrid bij jullie kampement en die enorme olifant op de achtergrond.
By the way, de cursus reisblogschrijven werpt duidelijk zijn vruchten af!
Het kan nog veel gekker, maar helaas hebben we daar geen foto van. Komen we wel op terug in ons laatste bericht uit Botswana. We zitten nu in Zimbabwe. Super camping bij een Lodge, met het lekkerste eten tot nu toe :). We genieten volop. Zal wel even duren voordat we weer iets bloggen. We hebben niet veel bereik hier. Groetjes van jullie bloggers